B1EG1XK1 - 307 MOTOR TU5JP4

UITBOUWEN - INBOUWEN DISTRIBUTIERIEM

1 - GEREEDSCHAP

[1] Riemspanningsmeter S.0192 .

[2] blokkeerpen vliegwiel (-).0132-QY .

[3] Blokkeerpen nokkenas : Uitlaat(-).0132-AJ1 .

[4] Blokkeerpen nokkenas : Inlaat (-).0132-AJ2 .

[5] Klemveer voor riem (-).0132-AK .

2 - UITBOUWEN

Verwijder :

• het rechter voorwiel
• de spatplaat
• de aandrijfriem van de accessoires
• poelie voor de aandrijving van de accessoires ( op krukas)

Ondersteun het aandrijfaggregaat met behulp van bokken .

Verwijder :

• de complete linker motorsteun (1)
• de onderste distributiekap
• het bovenste distributiedeksel (2)

Blokkeer :

• het vliegwiel in het bdp van cilinder 1 ; met behulp van gereedschap [2]
• de nokkenassen ; m.b.v. de gereedschappen [3] - [4]

Draai de rol met behulp van de inbussleutel (A) in de richting van de pijl, totdat de nok (3) zich in de stand (B) bevindt, om de riem maximaal te ontspannen .

Blokkeer de spanrol in deze stand .

VOORSCHRIFT : draai de geleiderol nooit een complete omwenteling .

Verwijder de distributieriem (4) .

3 - INBOUWEN

Controleer of de spanrollen (5) en (6) vrij kunnen draaien (zonder speling en zware punten) .

De riem is voorzien van 3 merktekens (C) - (D) - (E), bij de tanden (1) en (52) - (72) .

Deze merktekens bestaan uit witte verfstrepen aan de achterzijde van de riem tegenover de bijbehorende tanden .

Breng de riem aan .

Breng het merkteken (C) van de riem in lijn met de groef (F) van het krukastandwiel .

Het is mogelijk om de nokkenassen met behulp van een sleutel te verdraaien om het aanbrengen van de riem op de tandwielen te vergemakkelijken .

Breng het gereedschap [5] op het krukastandwiel aan om de riem op zijn plaats te houden .

3 - 1 - TE HOGE SPANNING

Draai de spanrol linksom tot de maximale stand min 2 mm .

Zet de bout van de spanrol vast met 1 danm .

Verwijder de blokkeerpen voor de krukas .

Draai de motor 4 omwentelingen in de normale draairichting .

3 - 2 - NORMALE SPANNING

Blokkeer de krukas met behulp van de pen .

Draai aan de bout (7) om de spanrol los te draaien .

Draai de spanrol rechtsom tot het punt dat de maximale spanning is bereikt .

Draai de nok met behulp van de inbussleutel (A) rechtsom, zodat hij zich tegenover het merkteken bevindt .

VOORSCHRIFT : voor een correcte afstelling van de riem mag de nok niet beneden het minimale punt uitkomen .

Zet de verstelbare spanrol vast : 2.2 daN.m .

Verwijder de pennen :

• van de krukas
• de nokkenassen

Draai de motor (2) omwentelingen in de normale draairichting .

Controleer de stand van de spanrol: hij moet zich op ± 2 mm van de positie waarin hij is vastgezet bevinden; zo niet, begin dan opnieuw met het aanbrengen .

Controleer de afstelling door de nokkenassen opnieuw te blokkeren; als het resultaat niet correct is, begin dan opnieuw met het aanbrengen .

Verwijder de blokkeerpen(nen) van de motor .

monteer de aandrijfriem accessoires .