B1EG23K1 - 307 MOTOR DW10TD

UITBOUWEN - INBOUWEN DISTRIBUTIERIEM

1 - SPECIAAL GEREEDSCHAP

[1] Riemspanningsmeter (-).0192 .

[2] Blokkeerpen afstelstand krukas (-).0188-Y .

[3] Blokkeerpen nokkenas (-).0188-M .

[4] Klemveer voor riem (-).0188-K .

[5] Blokkeergereedschap voor vliegwiel (-).0188-F .

[6] Sleutel voor ronddraaien krukas (-).0117-EZ .

[7] Traverse (-).0911-AY .

[8] Steun (-).0911-A2 .

[9] Spanhefboom (-).0188-J2 .

[10] Poelietrekker (-).0188-P .

[11] Set afdichtpluggen (-).0188-T .

2 - UITBOUWEN

Verwijder :

het rechter voorwiel
de spatplaat, rechtsvoor (1)
de aandrijfriem van de accessoires
de sierkappen
de pen (2)

Blokkeer het vliegwiel m.b.v. het gereedschap [5] .

Breng de bout van het aandrijftandwiel voor de accessoires aan .

Breng de bout aan zonder de ring .

Verwijder het gereedschap [5] .

Verwijder het aandrijftandwiel voor de accessoires met behulp van het gereedschap [10] .

Maak het uitlaatsysteem los van de turbo .

VOORSCHRIFT : maak het uitlaatsysteem los teneinde beschadiging van de flexibele pijp te voorkomen; deze is niet bestand tegen verdraaiing, trek- of buigbelastingen die kunnen optreden bij het verwijderen van één van de steunen van het aandrijfaggregaat .

Verwijder :

de bevestigingen (3) - (5)
de onderste reactiegaffel (4)
de bevestigingen van het inlaatluchtkanaal
maak de ontluchtpomp los en verwijder hem

Ondersteun de motor m.b.v. het gereedschap [7] - [8] .

Bescherm het koelblok van de radiateur met een stevig stuk karton dat op de maten van de radiateur is afgesneden .

Verwijder :

de steun van de ontluchtpomp (9)
de 3 distributiecarters (6)
de bouten (7)
de motorsteun rechts (8)

Verdraai de krukas m.b.v. het gereedschap [6] .

Blokkeer :

het vliegwiel met het gereedschap [2]
het nokkenastandwiel

Draai de moer van de spanrol (11) los .

Zet de bevestiging vast in de stand maximaal ontspannen .

Verwijder de distributieriem .

3 - INBOUWEN

VOORSCHRIFT : controleer of de rollen (11) - (12) en de koelvloeistofpomp (8) vrij kunnen draaien (geen speling en zware punten) ; controleer eveneens of de spanrollen geluid veroorzaken en/of vetsporen vertonen .

N.B. : bij vervanging ; zet de bout (12) vast met 4.3 daN.m .

Draai de bouten (14) los .

Controleer of het tandwiel (15) vrij op de naaf kan draaien .

Zet de bouten (14) handvast .

Draai het tandwiel (15) rechtsom tot aan het eind van de sleufgaten .

Monteer de distributieriem, riem goed gespannen in onderstaande volgorde :

krukas ; blokkeer de riem met het gereedschap [4]
geleiderol (12)

Houd de distributieriem op het tandwiel (16) gedrukt .

Draai het nokkenastandwiel langzaam in de omgekeerde draairichting van de motor om de riem op het tandwiel aan te brengen .

LET OP : de verdraaiingshoek (α) van het tandwiel ten opzichte van de riem mag niet groter zijn dan de breedte van een tand .

Leg de riem op de spanrol (12) en op het koelvloeistofpomptandwiel (13) .

Breng de spanrol (11) in contact met de riem .

Span de bevestigingsbout (11) van de spanrol voor met 0.1 daN.m .

Verwijder het gereedschap [4] .

4 - VOORSPANNEN VAN DE DISTRIBUTIERIEM

Breng het gereedschap [1] aan .

N.B. : controleer of het gereedschap geen omringende delen raakt .

Draai de spanrol (11) linksom met behulp van het gereedschap [9] .

Stel in op 98 ± 2 eenheden SEEM .

Zet de bout (11) vast met 2.3 daN.m zonder de stand van de spanrol te wijzigen .

Verwijder het gereedschap [1] .

VOORSCHRIFT : controleer door één van de bouten (14) van het tandwiel (15) te verwijderen, of de bouten zich niet aan het eind van de sleufgaten bevinden ; als dit wel het geval is, moet de distributieriem opnieuw worden gemonteerd .

Zet de bout(en) (14) vast met 2 daN.m .

Verwijder de blokkeerpennen .

Draai de motor 8 omwentelingen in de normale draairichting .

VOORSCHRIFT : draai de krukas niet tegen de draairichting in .

5 - SPANNEN VAN DE DISTRIBUTIERIEM

Breng de pennen [2] -[3] aan .

Draai de bouten (14) los .

Zet de bouten (14) handvast .

Draai de bouten (14) 1/6 omwenteling los .

Draai de bout (17) los .

Breng het gereedschap [1] op het gedeelte (A) aan .

Draai de spanrol linksom met behulp van het gereedschap [9] .

Stel in op 54 ± 2 eenheden SEEM .

Zet de bout (17) vast met 2.3 daN.m zonder de stand van de spanrol te wijzigen .

Zet de bout(en) (14) vast met 2 daN.m .

Verwijder het gereedschap [1] om de inwendige spanningen op te heffen .

Breng het gereedschap [1] (weer) aan .

De riemspanning moet liggen tussen 51 en 57 eenheden SEEM .

VOORSCHRIFT : als de afgelezen waarde buiten de toleranties valt: ontspan de riem en herhaal de afstelling .

Verwijder :

het apparaat [1]
de blokkeerpennen [2] - [3]

6 - CONTROLE AFSTELLING DISTRIBUTIE

Draai de krukas 2 omwentelingen in de draairichting van de motor zonder hem terug te draaien .

Breng de blokkeerpen [2] aan .

VOORSCHRIFT : controleer visueel of het verschil tussen het gat in de naaf van de nokkenas en de afstelopening niet meer is dan 1 mm .

Verwijder de pen [2] .

Monteer :

de onderste distributiekap
de distributiekappen
de motorsteun
de bouten (14) ; 6.1 daN.m
de bouten ; 2 daN.m
de steun van de ontluchtpomp

Breng het gereedschap [5] (weer) aan .

Breng de gaffel (4) aan .

Zet vast :

de bout (3) met 4.5 daN.m
de bout (5) met 5 daN.m

Breng de poelie voor de aandrijving van de accessoires aan .

Maak de schroefdraad in de krukas voor de krukaspoeliebout schoon met een draadtap M16 X 150 .

Borstel de schroefdraad van de bout schoon .

Aantrekkoppel :

voorspanning 4 danm+ LOCTITE FRENETANCH
voltooi het vastzetten door 51° verder te draaien met behulp van het gereedschap type FACOM 360°

Controleer het aantrekkoppel :

oefen een koppel van 19.5 danm uit met behulp van een momentsleutel
de sleutel moet doorslaan voordat de bout wordt gedraaid

Als dit het geval is :

draai de bout los
herhaal de complete procedure voor het vastzetten

monteer de aandrijfriem accessoires .

Verwijder het gereedschap [5] .

VOORSCHRIFT : vervang alle klemmen van de uitlaat .

Zet de wielbouten vast met 9 daN.m .

Breng de diverse onderdelen weer aan en ga hierbij te werk in de omgekeerde volgorde van uitbouwen .

Initialiseer de verschillende elektronische eenheden .