E3BK0DK1 - 307

VOORBEREIDING NIEUWE WAGEN

1 - CONTROLE STARTACCU

De controle mag pas worden uitgevoerd na een rustperiode van 1 uur .


Het controleren van de accu geschiedt met behulp van de tester TB12 en de adapter IB12 .

Sluit de adapter aan op de TB12 .

Sluit het geheel IB12 - TB12 aan op de centrale diagnose-aansluiting (16-polig) .

1 - 1 - WERKMETHODE

fase toestand / maatregelen van kracht opmerking
1 contact af
gedurende minimaal 1 uur
portieren enz. gesloten
plafonniers gedoofd
zie fase 2
2 1 of 2 groene led's branden? ja : zie fase 8
neen : zie fase 3
3 oranje led brandt? ja : zie fase 4
neen : zie fase 5
4 laad de accu
herhaal de test na 1 uur
2 groene led's branden (neen) zie fase 9
2 groene led's branden (ja) zie fase 8
5 rode led brandt? ja : zie fase 9
neen : zie fase 6
6 aansluiting correct?
staat en bevestiging van de accupolen in orde?
ja : zie fase 9
neen : zie fase 7
7 repareer het defect
herhaal de test
einde procedure
8 controle correct einde procedure
9 vervang de accu einde procedure

2 - KAST MET ZEKERINGEN

2 - 1 - BIJ CONFIGURATIE OPSLAG (FABRIEK)


De shunt bevindt zich in stand F19A .

Een groene standaardzekering 30A bevindt zich op de steun F19/F19A .

2 - 2 - BIJ CONFIGURATIE AFLEVERING


De shunt bevindt zich op de steun F19/F19A .

Een groene standaardzekering 30A bevindt zich in de stand F19 .

3 - PLAATS VAN CONSTRUCTEURSPLAATJES EN STICKERS


VIN op dashboard, zichtbaar vanaf de buitenzijde via de voorruit .


Bandenspanning - DAM nr. .


Print airbags .


VIN ingeslagen op carrosserie .


Constructeursplaatje .


Smeermiddelvoorschrift aan de bovenzijde van de grille aangebracht .


Brandstofvoorschrift op de klep van de tankdop aangebracht .

4 - VOORBEREIDING VAN HET INTERIEUR

4 - 1 - RUITBEDIENING

N.B. : telkens als de accu wordt losgekoppeld moet de werking van de ruitbediening gereset worden .

Initialiseer de functie ruitbediening :

N.B. : deze bewerking moet worden uitgevoerd bij alle wagens die zijn uitgerust met elektrische ruitbediening met ééntrapsbediening .

4 - 2 - AUTOMATISCH BRANDEN VAN HET DIMLICHT (VOLGENS UITVOERING)

Automatisch inschakelen van het dimlicht :

N.B. : voer dezelfde procedure uit voor het uitschakelen van deze functie .

4 - 3 - RADIO (RB3 - RD3)

Configuratie van het ontvangstgebied van de tuner (Volgens land van bestemming) .

Sluit de DIAG 2000 aan op de centrale diagnose-aansluiting .

Selecteer :

Voer het dam-nr. in en druk op de ster-toets om te bevestigen .

Selecteer :

Selecteer het gebruiksgebied voor het betreffende land, druk vervolgens op de toets telecodering om te bevestigen .

Configuratie van het ontvangstgebied van de tuner beëindigd .

4 - 4 - INBRAAKALARM

Resetten van het alarmsysteem (Zwitserland - België) :

Selecteer :

Voer het dam-nr. in en druk op de ster-toets om te bevestigen .

Selecteer :

Configuratie gebruiksgebied van alarmsysteem beëindigd .

4 - 5 - SCHUIFDAK MET MULTIPLEXTECHNOLOGIE

N.B. : telkens als de accu wordt losgekoppeld moet de werking van het schuifdak gereset worden .

Het resetten mag uitsluitend in de maximaal gekantelde stand (stand 3) worden uitgevoerd, door de bedieningstoets van het schuifdak langer dan één seconde in te drukken .

4 - 6 - STAND SHOWROOM

Via deze functie kunnen de verschillende elektrische functies van nieuwe wagens in de showroom bediend worden (zonder contactsleutel) in aanwezigheid van potentiële klanten .

De functie show-room wordt geprogrammeerd met behulp van de DIAG 2000 .

Selecteer :

Voer het dam-nr. in en druk op de ster-toets om te bevestigen .

Selecteer :

Configuratie van de functie show-room beëindigd .

N.B. : deze wagen is niet uitgerust met een aansteker .

Om de functie show-room uit te schakelen is het voldoende om een proefrit uit te voeren (draaiende motor en snelheid van meer dan 30 km/h) .

4 - 7 - UITSCHAKELING VAN DE FUNCTIE AUTOMATISCH INSCHAKELEN VAN DE ALARMKNIPPERLICHTEN ( ZWEDEN : UITSLUITEND)

Sluit de DIAG 2000 aan op de centrale diagnose-aansluiting .

Selecteer :

Voer het dam-nr. in en druk op de ster-toets om te bevestigen .

Selecteer :

Druk op de pijl terug .

Uitschakeling van de functie automatisch inschakelen van de alarmknipperlichten beëindigd .

5 - SPECIAAL RIJKLAARMAKEN VAN DE BUITENZIJDE

5 - 1 - BEVESTIGING OP VRACHTWAGEN (ALLEEN LANDEN MET WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN)


Voor de volgende landen met speciale wettelijke voorschriften :

De bevestiging op de vrachtwagen gebeurt aan de achterzijde, met behulp van 2 ogen met schroefdraad (tapeinden voor de bevestiging van de trekhaak die op de 2 achterste langsbalkjes zijn vastgelast) .

VOORSCHRIFT : deze ogen worden in de fabriek aangebracht voor de betreffende landen en kunnen worden verwijderd bij het rijklaarmaken van de nieuwe auto, in verband met een correct gedrag van de structuur bij een aanrijding van achteren .