B3EG0RK1 - 607
UITBOUWEN - INBOUWEN STUURKOLOM
1 - UITBOUWEN
Schuif de bestuurdersstoel volledig naar achteren .
Zet het contact af .
Verwijder de afdekking van de accu .
Maak de massakabel van de accu los ; Isoleer, om contact te voorkomen, de massakabel én de minpool .
Maak de massakabel los van de accu in de kofferruimte (volgens uitvoering) Isoleer, om contact te voorkomen, de massakabel én de minpool .
Maak de (1) 50-polige stekker (OR) los .
Breng de voorwielen in de rechtuitstand .
Breng de stuurkolom in de laagste stand en vergrendel hem .
Verwijder de bouten (1) .
Verwijder de bekleding (2) .
VOORSCHRIFT : druk de knop (3) in om de stuurkolom in lengterichting te blokkeren (slag van de knop (3) = 1 mm) .
Verwijder de bout (4) .
Maak de stuuraskoppeling los door de borgklem los te maken (5) .
Markeer de stand van het stuurwiel t.o.v. de bovenste stuurkolomkap .
Vergrendel het stuurslot .
Draai de bevestigingsbout van het stuurwiel enkele draadgangen los .
Maak het stuurwiel los van zijn spiebaanvertanding door met de handen op de rand te slaan .
Verwijder de bevestigingsbout van het stuurwiel .
Breng een merkteken aan op het stuurwiel en op de stuurkolom, om bij het monteren de juiste stand van het stuurwiel t.o.v. de stuurkolom te waarborgen .
Verwijder het stuurwiel voorzichtig, zonder hierbij de voedingsstekker (6) los te trekken .
Leg opzij De stuurkolomkaphelft (7) .
Maak de aansluitingen (8), (9) los .
Maak m.b.v. een schroevendraaier de analoge moduul (10) los en trek eraan; maak hem los van het stuurslot en laat hem hangen .
Maak de stekker (11) los en sluit hem weer aan .
Verwijder de bouten (12) van de schakelaarsteun .
Leg opzij De schakelaarsteun (13) .
Maak de stekkers (14) (15) los .
Maak de stekker (16) los en sluit hem weer aan .
STABILITEITSREGELING
Maak de stekker (17) los en sluit hem weer aan .
Maak de stekker (18) los en sluit hem weer aan .
ALLE TYPEN
Verwijder De schakelaarsteun (13) .
Verwijder de bout (19) .
Leg de steun (20) terzijde .
Maak de stekkers (21), (22), (23) los .
STABILITEITSREGELING
Verwijder de aandrijfring (24) .
ALLE TYPEN
Verwijder de bout (25) .
Verwijder de moeren (26) .
Pak de stuurkolom vast en trek hem naar u toe om het achterste deel van de steun van de stuurkolom los te maken .
Verwijder de stuurkolom .
Verwijder de bouten (27) .
Leg het gaspedaal met de steun terzijde .
Verwijder de bouten (28) .
Verwijder de keerring (29) .
Verwijder de bouten (30) .
Verwijder de stuuras met de onderste stuuraskoppeling (31) .
2 - INBOUWEN
Ga (verder) te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen .
Houd bij het aanbrengen van de stuurkolom op de steun de onderstaande volgorde aan :
VOORSCHRIFT : bij het samenvoegen van de onderste as (31) met de stuurkolom mag de onderste as (31) niet worden gedraaid .
Breng de bout (4) aan .
Zet de bout (4) vast met 2.5 daN.m .
Trek aan de knop (3) .
Ga verder met de montage in omgekeerde volgorde van uitbouwen .
STABILITEITSREGELING
Houd bij het inbouwen van de schakelaarsteun (13) de aandrijfring (33) van de sensor stuurwiel op zijn plaats in de nokken (34) .
Breng de aandrijfring met de schakelaarsteun aan en zorg dat deze in de spiebanen van de stuurkolom aangrijpt .
ALLE TYPEN
Monteer De schakelaarsteun (13) .
BOUW DE CONTACTRING IN EN STEL HEM AF .
Houd rekening met de bij demontage aangebrachte merktekens .
Ga verder met de montage in omgekeerde volgorde van uitbouwen .
2 - 1 - INSCHAKELEN : GECOMBINEERD SYSTEEM AIRBAG(S) EN GORDELS
VOORSCHRIFT : de omgeving van de airbags en de pyrotechnische gordelspanners moet vrij zijn van voorwerpen en inzittenden .
Zet het contact af .
Sluit de minkabel van de accu aan .
Aan bestuurderszijde, portier geopend, zet het contact aan zonder in het werkingsgebied van de stuurwielmoduul te komen .
Controleer m.b.v. het pictogram in het instrumentenpaneel of het systeem correct werkt .
3 - INBOUWEN (VERVOLG)
Controleer de werking van de elektrische accessoires .
Reset de elektronische eenheid injectie-ontsteking, M.b.v. het diagnosegereedschap DIAG 2000 .
STABILITEITSREGELING
Voer een inleerprocedure uit voor de sensor verdraaiing stuurwiel met behulp van het diagnosegereedschap DIAG 2000 .
ALLE TYPEN
Aantrekkoppels :