B3EG0SK1 - 607

UITBOUWEN - INBOUWEN VAN DE STUURINRICHTING

1 - SPECIAAL GEREEDSCHAP

[1] kogelbouttrekker (-).0709 .

2 - UITBOUWEN

N.B. : gebruik een tweekoloms hefbrug .

Plaats het stuurwiel in de rechtuitstand .

Verwijder : De bekleding (1) onder het dashboard .

Druk op de knop (2) om de stuurkolom in lengterichting te vergrendelen .

Verwijder de bout (3) .

Maak de stuuraskoppeling los door de borgklem los te maken (A) .

Verwijder de bouten (4) .

Leg het gaspedaal met de steun terzijde .

Verwijder de bouten (5) .

Verwijder de keerring (6) .

Verwijder de bouten (7) .

Verwijder de stuuras met de onderste stuuraskoppeling (8) .

Krik de wagen op en zet hem zo op bokken dat de voorwielen vrij zijn .

Verwijder :

Maak de spoorstangkogels los m.b.v. de kogelbouttrekker [1] .

TAP HET HYDRAULISCHE CIRCUIT AF .

LET OP : om te voorkomen dat het stuurbekrachtigingscircuit vuil wordt, moeten de twee openingen van de verdeelklep en de twee leidingen van de stuurbekrachtiging worden afgesloten met plastic pluggen .

Verwijder : De uitlaat .

Verwijder de 2 bouten (9) van het hitteschild .

Verwijder de moeren (10) .

Verwijder de tapeinden (11) met behulp van een gereedschap van het type TORX 20 .

Verwijder het hitteschild (12) van het tandheugelstuurhuis .

N.B. : bewaar de kartelringen tussen het stuurhuis en het subframe .

VARIABELE STUURBEKRACHTIGING

Maak de draad van de elektroklep (13) los .

ALLE TYPEN

Verwijder :

3 - INBOUWEN

Vervang altijd :

Monteer : Het stuurhuis .

LET OP : vergeet niet de kartelringen weer aan te brengen tussen het stuurhuis en het subframe .

VOORSCHRIFT : zet de tapeinden (11) vast met 1 daN.m: bij een aantrekkoppel van meer dan 1 daN.m wordt de stuurinrichting beschadigd .

Ga verder met de montage in omgekeerde volgorde van uitbouwen .

VARIABELE STUURBEKRACHTIGING

Maak de draad van de elektroklep (13) los en sluit hem weer aan .

ALLE TYPEN

Zet de wielen in de rechtuitstand .

Plaats het stuurwiel in de rechtuitstand .

Breng de stuuras (8) aan .

Breng de bout (3) aan .

Trek aan de knop (2) .

VUL EN ONTLUCHT HET HYDRAULISCHE CIRCUIT .

Stel de sporing af (Bij vervanging van de stuurinrichting of de spoorstangen) .

STABILITEITSREGELING

Voer een inleerprocedure uit voor de sensor verdraaiing stuurwiel met behulp van het diagnosegereedschap (DIAG 2000) .

ALLE TYPEN

3 - 1 - AANTREKKOPPELS

De tapeinden (11) : Met 1 daN.m .

De moeren (10) met 8 daN.m .

De bout (14), Met 5 daN.m .

De bout (15), Met 5 daN.m .

Bevestiging doorvoerrubber in schutbord (5), Met 0,6 daN.m .

De bouten (7) van de beugel van de stuurkolom met 2 dan.m .

De bout (3) Met 2,5 daN.m .

De bouten (9) met 1.5 daN.m .

Moer spoorstangkogel 3,5 daN.m .

De wielen, Met 9 daN.m .