C5EF00F1 - 607

AFSTELLING KOPLAMPEN

1 - GEREEDSCHAP

[1] Koplampafstelapparaat TECNOTEST, Type 432 mm .

2 - VOORBEREIDING VAN DE WAGEN

Ontlast de wagen,Controleer of de tank voor de helft gevuld is .

Verwijder modder, sneeuw of ijs die de hoogte van de wagen kunnen beïnvloeden .

Controleer of de bandenspanning de door de fabrikant voorgeschreven waarde voor normale rij-omstandigheden heeft .

Plaats de wagen op een vlakke ondergrond, met de wielen in de rechtuitstand .

Schakel de koplampen in en controleer de werking van de koplampverstelling, door aan de draaiknop te draaien en in de stand normale belasting o te zetten .

VOORSCHRIFT : bij wagens met automatische koplampverstelling (uitvoering met gasontladingslampen) geschiedt de afstelling bij draaiende motor .

Controleer de werking van de automatische koplampverstelling bij ingeschakelde verlichting, door op de achterzijde van de wagen te drukken en de stabiliteit van de lichtbundel te controleren .

3 - VOORBEREIDING VAN HET KOPLAMPAFSTELAPPARAAT EN UITLIJNING T.O.V. DE WAGEN

Bereid de uitlijnbalk (1) voor door de vergrendelhefboom (2) in de richting van het koplampafstelapparaat te draaien .

Stel de hoek van de lichtbundel (3) af kort vóór de wagen door hem gelijk te zetten (4) en zet het handel (5) vast .

Schuif het koplampafstelapparaat naar de koplamp .

Schuif de pen (6) naar buiten totdat de kleur groen verschijnt .

Plaats het uiteinde van de pen tegen de hartlijn van de af te stellen lamp .

Stel de uitlijnbalk (1) af; deze moet tegen de wielen van de wagen aanliggen .

Zet de blokkeerhefbomen (7) van het koplampafstelapparaat vast .

4 - AFSTELLING VAN DE KOPLAMP

Stel het koplampafstelapparaat af overeenkomstig de handleiding van het apparaat .

Registreer de hoek van de wagen en onderbreek de verstelling bij deze fase op het bedieningspaneel .

Richt de lichtbundel (A) van de koplamp tot iets onder de grenslijn (B) .

De afstelling is uitgevoerd .