E5AQ01F1 - 607
GEBRUIK CONTROLEGEREEDSCHAP MOTORSUBFRAME
1 - SPECIAAL GEREEDSCHAP
1 - 1 - CONTROLEMAL VOOR DE VOORSTE BEVESTIGINGEN VAN DE VOORSTE WIELDRAAGARM OP HET SUBFRAME (-).1107
Met :
Dit gereedschap is bedoeld voor het nauwkeurig bepalen, zonder demontage van onderdelen, of het subframe moet worden vervangen .
Hiermee kunnen de hoeken van de bevestigingsbeugels (fuseelangshelling 1°, wielvlucht 5°) van de voorste draagarmen op het subframe, per zijde, (of de 2 zijden tegelijk) worden gecontroleerd, die vervormd kunnen zijn als gevolg van een aanrijding .
1 - 2 - GEREEDSCHAP VOOR CONTROLE VAN HET SUBFRAME NA EEN AANRIJDING AAN DE VOORZIJDE (AANVULLING OP HET GEREEDSCHAP (-).1107)
Complete set controlehulpstukken voor het subframe (-).1107-ZZ, Met :
Dit gereedschap is bedoeld om te bepalen, zonder demontagewerkzaamheden, of het noodzakelijk is het subframe te vervangen na een aanrijding aan de voorzijde .
Het is hiermee mogelijk te controleren of het subframe is vervormd aan het uiteinde van de langsbalk na een aanrijding .
2 - CONTROLE VAN DE VOORSTE BEVESTIGINGEN VAN DE VOORSTE WIELDRAAGARM OP HET SUBFRAME
LET OP : deze mal moet worden gebruikt na een controle van de voortrein .
2 - 1 - BEWERKING AAN DE WAGEN
Verwijder :
2 - 2 - CONTROLE
Breng de 2 centreringen [8] aan op het frame [1] .
Hang de mal op met behulp van de ketting (3) :
Kantel de mal en breng hem aan, waarbij erop moet worden gelet dat de centreerpennen zich aan de binnenzijde van de gaten van het subframe bevinden, zet hem voorlopig vast met behulp van de bouten [4] en de 2 moeren van het stuurhuis (4) (De bouten [4] worden geleverd met het kistje) .
Breng de controlebeugel [2] aan, zet hem vast met behulp van de bouten [5], breng een vulstuk van 1 mm [2b] aan (nominale afstelling), zet de bouten [5] vast en blokkeer ze met de pen [2a] .
Wanneer het blokkeren niet mogelijk is :
Als na het uitvoeren van deze drie controles het blokkeren niet mogelijk is: subframe vervangen .
2 - 3 - REPARATIE VAN EEN UITGEBOUWD SUBFRAME
Dezelfde controles kunnen ook worden uitgevoerd door het losse subframe op een vlak neergelegde mal aan te brengen .
3 - CONTROLE VAN HET SUBFRAME NA EEN AANRIJDING AAN DE VOORZIJDE
3 - 1 - WERKZAAMHEDEN AAN DE MAL
Knik met 90 ° de ring (A) om contact met het subframe te voorkomen .
3 - 2 - BEWERKING AAN DE WAGEN
Verwijder :
3 - 3 - CONTROLE
Breng de 2 centreringen [8] aan op het frame [1] .
Hang de mal op met behulp van de ketting (3) .
Kantel de mal en breng hem aan, waarbij erop moet worden gelet dat de centreerpennen zich aan de binnenzijde van de gaten van het subframe bevinden, zet hem voorlopig vast met behulp van de bouten [4] (De bouten [4] worden geleverd met het kistje (-).1107) .
Breng de bevestigingsplaat [9] aan op de mal en zet hem vast met behulp van de meegeleverde bevestigingsbus [10] .
Breng het verlengstuk [6] aan op de mal en zet hem vast met behulp van de 2 meegeleverde bouten [7], aan de te controleren zijde .
Gebruik de controlepen [11], breng hem aan in het bevestigingsgat van het subframe en druk hem aan .
Controleer de conformiteit .
N.B. : de controle kan alleen plaatsvinden met het subframe aangebracht en bevestigd op 3 punten (verwijder nooit de 2 voorste bevestigingsbouten van het subframe tegelijkertijd) .
3 - 4 - CONTROLEER OF HET SUBFRAME IN ORDE IS
[6] : Verlengstuk .
[11] : Controlepen .
(5) : Subframe .
(A), (B) : Negatief controleresultaat, Onderdeel buiten de tolerantie, subframe als gevolg van een aanrijding te vervangen .
(X) : Referentie-interval .
(Y) : Referentievlak .
(C), (D), (E) : Controle correct, Onderdeel binnen de tolerantie, subframe niet vervormd .
4 - AANTREKKOPPEL(S)
Achterste bevestigingsbouten van het subframe op de carrosserie : 6.5 daN.m .
Bevestigingsmoer van het stuurhuis : 8 daN.m .
Voorste bevestigingsbout van het subframe op de carrosserie : 10 daN.m .
5 - OPMERKING(EN)
Na gebruik opbergen in de aanwezige koffer (-).1107 :