B3EG1BK1 - 307

UITBOUWEN - INBOUWEN SPOORSTANGEN

1 - SPECIAAL GEREEDSCHAP

[1] Gereedschap voor blokkeren van tandheugel (-).0721-B .

[2] Rollensleutel (-).0721-A .

[3] kogelbouttrekker (-).0709 .

[4] Tang voor klikklemmen (-).0172-Z .

2 - UITBOUWEN

Zet de auto op een tweekoloms hefbrug .

Verwijder de voorwielen .

N.B. : het gereedschap [1] voorkomt beschadiging van het stuurhuis bij het losdraaien en vastzetten van de spoorstang .

VOORSCHRIFT : het gereedschap [1] moet op de vertanding van de tandheugel worden aangebracht, links bij linkse besturing, rechts bij rechtse besturing .

Zijde rondsel verdeelklep :

• draai de afstelmoer voor de sporing iets los
• verwijder de moer van de spoorstangkogel
• maak de spoorstangkogel los m.b.v. de kogelbouttrekker [3]
• verwijder de spoorstangkogel

Maak de slang (1) los van de hoes (2) .

Verwijder de klem (3) .

Verwijder de klem (4) .

Maak de afdichthoes (2) los .

N.B. : gebruik een smeermiddel (vet TOTAL N3924 / N3945) .

LINKSE BESTURING

Draai de wielen naar links tot tegen de aanslag .

RECHTSE BESTURING

Draai de wielen naar rechts tot tegen de aanslag .

ALLE TYPEN

Draai het stuurwiel circa 1/8 omwenteling in omgekeerde richting .

Breng het gereedschap [1] zo dicht mogelijk bij het uiteinde van de vertanding van de tandheugel aan, zodat de kogels van het gereedschap [1] de mechanische onderdelen kunnen raken (subframe, stabilisatorstang...) .

Breng het gereedschap [2] op de te vervangen spoorstang aan .

N.B. : verwijder bij het vervangen van de spoorstang aan de andere zijde van het rondsel de hoes, maar laat het gereedschap [1] aan de zijde van het rondsel op zijn plaats .

Verwijder de spoorstang (Met behulp van gereedschap [2]) .

3 - INBOUWEN

Breng de spoorstang weer aan op de tandheugel .

Zet met behulp van het gereedschap [2] de spoorstang vast ; 8 daN.m .

Verwijder het gereedschap [1] .

Smeer met vet in (TOTAL N3924 / N3945 vet) :

• de raakvlakken (A) van de hoes van de tandheugel(4)
• de tandheugel

Breng een nieuwe hoes (2) aan .

LET OP : zorg ervoor dat de raakvlakken van de hoes correct zitten bij (C) en (D) .

Monteer de nieuwe klem (4) en zet hem vast met behulp van de klemtang [4] .

Breng de slang (1) op de hoes (2) aan .

Monteer :

• de klem (3) ; met behulp van gereedschap [4]
• de spoorstangkogel ; zet de moer vast met 3.5 daN.m

STEL DE SPORING AF .

Voer een inleerprocedure uit voor de sensor verdraaiing stuurwiel met behulp van het diagnosegereedschap DIAG 2000 .