D4BP00A1 - 607

MONTEREN SPECIFIEK ALARMSYSTEEM 607

1 - PRESENTATIE

(1) Sirene .

(2) Moduul interieurbeveiliging .

(3) Ruimtesensoren .

(4) Contact bagageruimte .

(5) Led .

(6) Schakelaar uitschakeling interieurbeveiliging .

(7) Radiografische afstandsbediening .

(8) Intelligente service centrale (BSI) .

(9) Motorkapcontact .

2 - SAMENSTELLING VAN HET MODULAIRE ALARMSYSTEEM : OND. NR. 9671.X6

merkteken omschrijving hoeveelheid
1 sirene 1
2 moduul interieurbeveiliging 1
3 ruimtesensoren 2
6 schakelaar uitschakeling interieurbeveiliging 1
9 motorkapcontact 1
10 steun van sirene 1
11 montagehandleiding 1
12 klembanden 2

LET OP : extra te bestellen onderdelen, afhankelijk van de uitvoering en kleur van de bekleding .

merkteken omschrijving ond. nr. hoeveelheid
13 rooster van de dakconsole beige FEX : 8146.H7
grijs HZR : 8146.H8
1
14 steunen voor schakelaars uitschakeling interieurbeveiliging

A : 1 schakelaar

B : 2 schakelaars
beige FEX : 8214.PW
grijs HZR : 8214.PY

beige FEX : 8214.PS
grijs HZR : 8214.PV
1

3 - PRINCIPESCHEMA

3 - 1 - INBRAAKALARM - WAGEN IN BASISUITVOERING

lijst van onderdelen
6202 slot voorportier aan bestuurderszijde
6207 slot voorportier aan passagierszijde
6212 portierslot linksachter
6216 contact bagageruimte
6217 portierslot rechtsachter
6220 schakelaar portiervergrendeling + LED inbraakalarm
6222 kofferdekselslot
8602 infraroodeenheid inbraakalarm
8603 schakelaar
8605 sirene
8604 ruimtesensoren
8611 motorkapcontact
BSI intelligente service centrale (BSI)

3 - 2 - INBRAAKALARM - WAGEN IN LUXE UITVOERING

lijst van onderdelen
6036 bedieningspaneel ruitbediening / spiegel (bestuurdersportier)
6037 bedieningspaneel ruitbediening / spiegel (passagiersportier)
6202 slot voorportier aan bestuurderszijde
6207 slot voorportier aan passagierszijde
6212 portierslot linksachter
6216 contact bagageruimte
6217 portierslot rechtsachter
6220 schakelaar portiervergrendeling + LED inbraakalarm
6222 kofferdekselslot
8602 infraroodeenheid inbraakalarm
8603 schakelaar
8605 sirene
8604 ruimtesensoren
8611 motorkapcontact
BSI intelligente service centrale (BSI)

4 - MONTAGE

4 - 1 - VOORBEREIDING VAN DE WAGEN

Open de motorkap .

Verwijder :

Maak de +-pool van de accu los .

Kenmerk : Twee accu's .

Maak de accukabel los (Contact af) .

Het loskoppelen van een accu moet worden uitgevoerd :

VOORSCHRIFT : koppel de startaccu los ; verwijder de zekering van de voeding (17) van de extra accu om de elektrische voeding te onderbreken .

4 - 2 - MONTAGE VAN SIRENE (1)/MOTORKAPCONTACT (9)

Breng het motorkapcontact (9) tussen de radiateur en de aanslag van het paneel van het voorblok aan .

Sluit de stekker (18) van het motorkapcontact (9) aan op de stekker (19) die op de aanslag van het paneel van het voorblok aanwezig is .

Leg de draad van het motorkapcontact langs de koelslang van de stuurbekrachtiging (20) .

Klem het motorkapcontact (9) op het slot (21) vast .

Bevestig de draad van het motorkapcontact op de slang m.b.v. klemmen (12) .

Verwijder de voorste luchtgeleider (22) (Rechts) .

Maak de stekker van de sirene (23) los die aan de voorzijde op de voorste wielkuip is aangebracht .

Verwijder de moer (24) voor de bevestiging van de versterking van het binnenscherm .

Bevestig de bevestigingsbeugel van de sirene (10) op de bout (25) van de versterking van het binnenscherm met behulp van de moer (24) .

Sluit de stekker (23) van de draadbundel van de sirene op de sirene (1) aan .

Bevestig de sirene (1) op de steun (10) .

4 - 3 - MONTAGE MODUUL INTERIEURBEVEILIGING (2)/RUIMTESENSOREN (3)

Verwijder de klem van zonneklep, rechts (26) .

Maak met behulp van een schroevendraaier het scherm los van de console (27) .

Verwijder de bevestigingen (28) van de dakconsole (29) .

Maak de dakconsole los .

Maak de stekkers los .

Kenmerk : Autotelefoon :

Verwijder de dakconsole .

Maak de zwarte 6-polige stekker (30) van de moduul interieurbeveiliging op de bovenste daktraverse los .

Sluit aan :

Bevestig de moduul interieurbeveiliging (2) in het sleufgat (31) op de bovenste daktraverse .

Breng de ruimtesensoren (3) in de openingen (32) aan .

Bevestig de ruimtesensoren .

Sluit de stekkers weer aan .

Kenmerk : Autotelefoon :

Monteer :

4 - 4 - MONTAGE SCHAKELAAR UITSCHAKELING INTERIEURBEVEILIGING (6)

Maak het dashboardkastje of de schakelaarsteun (33) los (Volgens uitvoering) .

Maak de stekkers los .

Verwijder :

VERVANG HET OPBERGVAKJE OF DE SCHAKELAARSTEUN ((33)) DOOR DE SCHAKELAARSTEUN ((14A)) OF ((14B)) (Volgens uitvoering) .

Monteer de schakelaar uitschakeling interieurbeveiliging (6) uit de set op de steun (14) .

Breng de bedieningen aan .

Sluit de stekkers aan .

Bevestig de steun (14) .

5 - INITIALISEREN : GEREEDSCHAP DIAG 2000

VOORSCHRIFT : de wagen moet worden geconfigureerd na de montage, zodat het alarmsysteem kan werken .

A = Raadplegen en diagnose via de wagen .

B = Informatie DIAG 2000 .

C = Keuze van het type wagen .

D = Selecteer het type wagen voor de diagnose m.b.v. de pijlen omhoog, omlaag, rechts en links .

E = Personenwagens .

F = Bedrijfswagens .

Z = 406 Coupé .

A = Raadplegen en diagnose via de wagen .

G = Identificatie auto :

G = Identificatie auto .

H = Voer het nummer in om de wagen nauwkeurig te identificeren .

A = Raadplegen en diagnose via de wagen .

I = Diagnose .

J = Herprogrammering .

K = Vervangingsonderdelen .

L = Naderhand gemonteerd .

M = Inschakelen en uitschakelen van de functies .

L = Naderhand gemonteerd .

N = Bij het naderhand monteren van een accessoire moet de wagen opnieuw worden geconfigureerd .

O = Via dit menu kunnen alle benodigde elektronische eenheden worden geconfigureerd .

P = Deze naderhand gemonteerde uitrustingen zijn :

L = Naderhand gemonteerd .

Q = U wilt een extra uitrusting monteren .

P1 = Inbraakalarm .

P2 = Boordnavigatiesysteem .

P3 = CD-wisselaar .

P4 = Eenheid voor dubbele accu / Service-accu .

P5 = Banden .

P1 = Inbraakalarm .

R = Zet het contact aan .

S = Sluit de draagbare testkast op de testaansluiting C001 aan .

P1 = Inbraakalarm .

T = Identificatie van het systeem - Gegevenstest elektronische eenheid bezig .

P1 = Inbraakalarm .

U = Configuratie : Inbraakalarm .

P1 = Inbraakalarm .

V = Gekozen bestemming :

U = Configuratie alarmsysteem .

W = Programmering uitgevoerd .

X = Bevestigen om verder te gaan .

P1 = Inbraakalarm .

U = Configuratie : Inbraakalarm .

6 - AANBRENGEN VAN DE ONDERDELEN

Ga (verder) te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen .

Kenmerk : Twee accu's :

Voer na het aansluiten van de accu een resetprocedure voor de elektronische eenheden uit (autoradio, displays/multifunctioneel display) en voor de ééntraps ruitbedieningen .

Controleer of de elektrische uitrustingen correct werken .

7 - INSTRUCTIEBOEKJE

Zie de boorddocumentatie van de wagen .

N.B. : deze handleiding is onder voorbehoud van wijzigingen aan het product .